- dromen
- {{dromen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een droom hebben; hopen op] dream2 [mijmeren] (day)dream ⇒ muse♦voorbeelden:1 ik heb naar gedroomd • I had a bad dreamik heb van je gedroomd • I dreamed about youdromen van een carrière als filmster • dream of becoming a film starII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [tot inhoud van zijn droom hebben] dream2 [in verbeelding beleven] dream ⇒ imagine♦voorbeelden:2 ik kan dat boek wel dromen • I know that book like the back of my handdat had je gedroomd! • forget about it!, no way!je hebt het zeker gedroomd • you must have been imagining things
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.